Als kind maakte Isabel al boekjes met verhalen. Omdat de verhalen daarin soms nog niet eens af waren, vroegen haar familieleden steeds: “En hoe gaat het verhaal verder?” Dat stimuleerde haar om over het vervolg na te denken. Hoe pakt ze dat nu aan? Hoe komt ze op ideeën voor een verhaal? Ze leest voor uit haar boek Het allergrootste wonder; De droom van een schrijfster en laat een filmpje zien van haar werkplek tot en met de drukkerij waar haar boek uitrolt.
Dan is het feest! Kinderen ontdekken dat een verhaal is opgebouwd in stapjes. Eenmaal het eerste stapje gezet, dan volgt de rest vanzelf. Of niet… en wat doe je dan? Tijdens het schrijven ziet Isabel vaak al de plaatjes in haar hoofd. Handig, want ze is ook illustrator en maakt zelf de tekeningen bij haar verhalen. Maar soms gaat het andersom. Dan begint ze met een tekening, bijvoorbeeld de kleine ezel uit haar laatste boekje. Ze had geen idee wat die ezel allemaal mee zou gaan maken. Na drie tekeningen wist ze het opeens. Ze gaat de kinderen laten ervaren hoe je op deze manier een verhaal bedenkt. Isabel geeft de kinderen een ‘tekenfeestje’. De creativiteit komt op gang. Wat gebeurt er op de tekening? Isabel stimuleert de kinderen na te denken over het vervolg. Daarvoor gebruikt ze haar “magische” woorden. Desgewenst kunnen de leerkrachten na haar bezoek hiermee verder.
Voorlezen en tekenen
Lees een verhaaltje vooruit één van de boekjes en laat de kinderen er een illustratie bij maken. Elk groepje kiest een ander stuk uit het verhaal om te illustreren.
Vragen bedenken
De kinderen kunnen van tevoren een paar vragen bedenken. Wat willen ze graag weten? Je kunt hiervoor het begin van de lestip Op onderzoek uit de Toolkit van de Schrijverscentrale voor gebruiken. De leukste vragen kunnen de kinderen stellen tijdens het bezoek.
Tips uit de boeken
Supertip: in een aantal boeken van Isabel van Duijne staan bij de verhalen praatvragen en doe-ideeën. De vragen lenen zich er goed voor om gesprekjes te laten ontstaan zodat je als ouder of opvoeder wordt meegenomen in de belevingswereld van kinderen. De doe-ideeën stimuleren de creativiteit van kinderen doordat ze worden uitgedaagd iets te bedenken wat er nog niet is.
Maak je eigen vouwboekje
Laat de leerlingen zelf een vouwboekje maken en een verhaaltje tekenen over wat zij hebben meegemaakt, met de letters erbij die ze hebben geleerd. Je kunt hiervoor ook verder gaan met het getekende verhaal waar ze tijdens het bezoek aan zijn begonnen.
Voorlezen
En natuurlijk een of meer boeken voorlezen! Hieronder staan de boeken die je de kinderen kunt voorlezen. Het staat er ook bij als er een luisterboek in de online bibliotheek beschikbaar is. Die kunnen de kinderen natuurlijk ook luisteren. Kinderen kunnen die ook eventueel ook thuis met ouders/verzorgers luisteren.
Digibord met Powerpoint of laptop met scherm (Isabel neemt zelf een USB-stick met de powerpoint mee of stuurt het bestand tevoren toe). Voor de kinderen A3-papier om op te tekenen en goed geslepen kleurpotloden.
Dit boek lees je voor het bezoek dus niet met de kinderen, ook lezen de kinderen die niet zelf. Na het bezoek is het natuurlijk erg leuk om dit boek juist wel te lezen!
Meer weten over Isabel? Bekijk haar profiel!