Toolkit Schrijversbezoek Toolkit leerkrachten PO

Vijf lestips om lekker te gaan lezen

1) Lees voor! 

Voorlezen is een van de krachtigste manieren van leesbevordering. En niet alleen voor kinderen die zelf nog niet kunnen lezen. Kinderen van de midden- en bovenbouw vinden het ook heerlijk! 

Wat kies je? 

  • Een afgeronde tekst, bijvoorbeeld een verhaal of gedicht per dag of week. 
  • Een of meer boekfragmenten. Als je stopt bij een cliffhanger, wakker je de nieuwsgierigheid van de leerlingen aan! Natuurlijk mogen leerlingen daarna in het boek verder lezen. 
  • Een heel boek, zo kun je met de leerlingen over het boek praten en hebben ze dezelfde voorkennis als de schrijver komt.

En? Hebben de leerlingen al zin om te lezen?

Tip: brochure Kwestie van Lezen deel 3: Voorlezen op de basisschool (Stichting Lezen).

 

2) De juf of meester geeft een boekpresentatie! 

Je kunt het voorlezen uitbreiden met een boekpresentatie. Dat kan prima kort, het hoeft geen diepgravende analyse te worden: het boek laten zien, vertellen dat die schrijver komt, de achterkant of de eerste paar bladzijdes voorlezen ... Stop op het moment dat de kinderen denken: hoe gaat het nu verder? Zijn de kinderen al nieuwsgierig geworden?

 

3) Als de kinderen lezen …  leest de juf/meester mee 

Is er een vast leesmoment in de klas? En lees je zelf dan ook? Zo zien de kinderen dat jij ook meedoet met de voorbereiding. Zien lezen doet lezen. Het is voor jou ook fijn om tijdens het schrijversbezoek dezelfde voorkennis te hebben als de leerlingen. 

Tip: brochure Kwestie van Lezen deel 1: Vrij lezen op de basisschool (Stichting Lezen)

 

4) Boeken-speeddate 

Speeddate met klasgenoot. In tweetallen vertellen de leerlingen elkaar een of twee minuten over een boek van de schrijver. Het gaat er niet zozeer om waar het boek over gaat, maar wat het kind ervan vond. Als de andere leerling het boek nog niet had gelezen, luistert die en besluit dan of hij dat boek ook wil lezen.

Alternatief: leerlingen zoeken juist een klasgenoot die wel hetzelfde boek heeft gelezen. Dat stimuleert de leerlingen hun mening over het boek te vormen en te onderbouwen. Ook leren ze hierdoor dat meningen en ervaringen kunnen verschillen. 

 

5) Boekenkring 

Een groepsgesprek over boeken. Welke kinderen hebben al iets gelezen van de schrijver? Willen ze erover vertellen? Zijn ze net begonnen in het boek of hebben ze het al uit? Wat vonden ze ervan? 
Als meer leerlingen het boek hebben gelezen, zijn ze het dan met elkaar eens of hebben ze een andere mening? Is het boek een tip? Voor de hele groep of bepaalde klasgenoten? 
Ook (de resultaten van) creatieve opdrachten  n.a.v. een boek kunnen aan de orde komen tijdens de Boekenkring. Deel een gemaakt gerecht uit een boek uit, laat leerlingen hun brief aan de hoofdpersoon voorlezen, bedenk samen een andere titel voor het boek etc. 

Tips