‘Taal verbindt. Het schept allerlei banden en verbanden. En zelfs binnen een uur in een digitale omgeving is het door die verwondering voor taal mogelijk een ware connectie te bouwen.’ – spoken word-artiest Manu van Kersbergen
Lezen is geen tijdverspilling
Op 20 juli werd de site Taalbaas.nu gelanceerd door de Universiteit Utrecht in samenwerking met de Leescoalitie en de Schrijverscentrale. Het project was een reactie op De staat van het onderwijs 2020 van de Onderwijsinspectie, waaruit bleek dat een kwart van de 15-jarigen onvoldoende geletterd is om een bijsluiter of een brief van de overheid te lezen. Zo’n 250 hoogleraren, universitair docenten, schrijvers, theatermakers en leesbevorderingsorganisaties riepen in een opiniestuk in de Volkskrant op tot een coronaleesoffensief in de zomer. ‘In geen enkel OESO-land hebben zo veel middelbare-schoolleerlingen een hekel aan lezen als in Nederland. 60 procent leest alleen als het moet, 40 procent vindt lezen tijdverspilling.’ Jongeren moeten weer plezier krijgen in lezen, en wie kunnen hen daarin beter aansteken dan hun idolen?
De zomer van 2020 was daarvoor perfect – iedereen die in de zomer eigenlijk op een podium zou staan, zat gedwongen thuis door de coronamaatregelen. Via Scholieren.com werden jongeren ondervraagd naar hun voorkeuren en naar aanleiding daarvan werd in no time het platform Taalbaas.nu opgebouwd. Via de website konden jongeren in gesprek gaan met 81 schrijvers, acteurs, journalisten, dichters en theatermakers. Dit initiatief sprak zo’n 400 jongeren aan die een of meer sessies volgden. Voor wie wel wil lezen, maar niet weet welke boeken, was er een boekenzoeker. Bibliotheekmedewerkers werden ingeschakeld, die op basis van een aantal vragen leestips op maat maakten. Dit onderdeel was heel populair onder de Jongeren.
Bezeten sneldichtsessies en persoonlijke gesprekken
In juli en augustus vonden meer dan 300 gesprekken plaats tussen groepjes van maximaal 4 jongeren en Taalbazen, zoals de schrijvers, acteurs en andere workshopleiders werden omgedoopt. Het aanbod was divers: actrices Melodie Klaver en Abbey Hoes gaven workshops acteren, scriptschrijver Maureen Versprille leerde jongeren de beginselen van scriptschrijven, er waren workshops spoken word door Justin Samgar, Jörgen Gario en Manu van Kersbergen en jeugdthrillerschrijfster Margje Woodrow organiseerde zelfs een brainstormsessie voor haar nieuwe boek.
Dichter Ingmar Heytze raakte al snel gehecht aan de workshops. ‘Bij mindere sessies had ik soms het gevoel dat ik een open hartoperatie moet uitvoeren met telefonische instructies, bij de betere voelde ik me alsof ik alle geheimtips op literair lees- en schrijfgebied uit de boomgaard van mijn computer plukte alsof ik als enige bij het mooiste, hoogste fruit van de wereld kon. Er waren bezeten sneldichtsessies en ontzettend persoonlijke gesprekken.’
‘Het is heel leuk om te zien dat jongeren meteen na de sessies ook iets gedaan hebben met wat ze geleerd hebben. Zo kreeg ik het begin van het boek van een meisje dat door de sessie geïnspireerd was om zelf een boek te schrijven.’ -auteur Maria Genova
Een voorhoede van lezers
Ondanks de enquêteresultaten bleek het moeilijk te voorspellen welke sessies populair waren. Het was ook lastig om een grote groep niet-lezers te bereiken, ondanks Instagramcampagnes, samenwerkingen met jongerencentra, en aandacht voor het project op radio, televisie, in de krant en natuurlijk op de online kanalen van de Taalbazen zelf. Schrijver Buddy Tegenbosch: ‘Wel denk ik, dat we vooral de echte lezers hebben bereikt. En daar is niets mis mee. Je hebt een voorhoede nodig om de rest op sleeptouw te nemen.’
De achilleshiel van het project was tegelijkertijd de charme: welke jongere gaat zich in de zomervakantie vrijwillig inschrijven voor een sessie met een Taalbaas? De praktijk was weerbarstig. De ene keer waren er wel inschrijvingen maar kwamen er geen jongeren opdagen, tot verdriet van de Taalbaas die zich had voorbereid. Gelukkig waren de reacties van de scholieren die wel deelnamen heel enthousiast. Zo enthousiast dat sommigen zich wel voor 20 sessies inschreven, waarna er een limiet van 10 sessies per deelnemer werd ingesteld. Ook de Taalbazen die met de jongeren aan de slag konden waren positief. ‘Het is heel leuk om te zien dat jongeren meteen na de sessies ook iets gedaan hebben met wat ze geleerd hebben. Zo kreeg ik het begin van het boek van een meisje dat door de sessie geïnspireerd was om zelf een boek te schrijven,’ vertelde schrijver Maria Genova. ‘Ik had gewild dat dit project had bestaan toen ikzelf jong was. Het had voor heel wat inspiratie gezorgd tijdens die lange lome zomermaanden,’ aldus Buddy Tegenbosch.
Taalbaas was voor mij een project waarbij ik met een klein groepje jongeren meteen de diepte in kon gaan wat betreft lezen en schrijven."
-auteur Buddy Tegenbosch
Meerwaarde ten opzichte van schrijversbezoeken in onderwijsverband
Inmiddels is de zomervakantie voorbij en zijn de scholen gelukkig weer open. Voor de Kinderboekenweek staan nu zo’n 650 bezoeken gepland (en de teller loopt nog!) en ook Literatour, de schrijverstournee tijdens de Boekenweek voor Jongeren, gaat door. Is het dan nog wel nodig, zo’n kleinschalige sessie van een schrijver met slechts drie of vier jongeren buiten het onderwijs? De meningen zijn verdeeld. Het is een arbeidsintensief en relatief kostbaar project met een vooralsnog beperkt bereik (400 jongeren in 5 weken). Ook de belangrijkste doelgroep, de leerlingen met een leesachterstand werd (nog) niet of nauwelijks bereikt. Terwijl juist voor hen het inspirerend kan werken om in gesprek te gaan met een rolmodel die de liefde voor lezen goed kan overbrengen. ‘Taalbaas was voor mij een project waarbij ik met een klein groepje jongeren meteen de diepte in kon gaan voor wat betreft lezen en schrijven,’ mailde Buddy Tegenbosch. Het Taalbaasproject was een kortom een proeftuin, dat in elk geval een schat aan inzichten en leerpunten heeft opgeleverd voor de toekomst.
Op de foto: Buddy Tegenbosch, Adriaan van Dis, Margje Woodrow en Vamba Sherif.