Illustrator en schrijver Milja Praagman maakte dit jaar het Prentenboek voor de Kinderboekenweek, Kom erbij. Voor De Schrijverscentrale schreef ze een blog over wat dit voor haar betekent: over buitensluiten, Burny Bos en 250 km gratis reizen.
Mijn jeugd heeft erg veel invloed op mijn werk als auteur en illustrator. Zo is er een belangrijke jeugdherinnering aan een gebeurtenis in mijn zevende levensjaar, die zich in de kerk afspeelde. In het dorp waar ik opgroeide waren bijna alle kinderen katholiek, ze waren gedoopt en deden later communie en vormsel waar ze benijdenswaardig veel cadeaus voor kregen. Ik had geen geloof, en dus zat ik samen met een vriendje, ook zonder geloof, op een bankje apart in de kerk. Wij mochten niet mee oefenen. Deze gebeurtenis heeft bij mij een soort aversie ontwikkeld voor situaties waarin mensen worden buitengesloten. In veel van mijn prentenboeken probeer ik dan ook juist het tegenovergestelde mee te geven. Zo ook in het Prentenboek van de Kinderboekenweek.
Door het bezoek van Burny Bos ging er een lichtje aan in mijn hoofd waarvan ik het bestaan niet wist
Maar eerst nog even terug naar een andere herinnering: het bezoek van kinderboekenschrijver Burny Bos op school. Dat bezoek had een heel belangrijk effect op mij, het was alsof er een lichtje in mijn hoofd aanging waarvan ik het bestaan niet wist. Dat kwam voor een deel door wat hij vertelde en voorlas. Maar het kwam vooral doordat hij een volwassene was die iets bijzonder leuks deed. Iets dat ik ook heel leuk vond en al veel deed, maar waarvan ik nooit had bedacht dat ik zoiets later ook zou kunnen doen.
Ik was thuis altijd aan het tekenen en schrijven. Zo maakte ik kranten voor de hele buurt en liet mijn buren daar abonnementen op nemen voor een gulden per week. Dat was nog best veel werk: elke week een paar kranten tekenen en schrijven met maar een hand en maar een pen. Ik had al snel door dat ik dat niet heel lang zou volhouden en ik zou er ook al niet rijk mee worden. Maar het schoolbezoek van Burny Bos leerde mij dat er wel een manier was waardoor ik het als volwassene kon blijven doen.
Nog zo’n herinnering is het meedoen met een opstelwedstrijd van boekhandel Adr. Heinen in de zesde klas. Samen met negen andere kinderen won ik de wedstrijd. Onze prijs was 250 kilometer reizen met de trein, het thema van de Kinderboekenweek was toen ‘reizen’. Ik weet niet meer waar ik heen ben gegaan, vermoedelijk naar mijn neef Niek en nicht Natasja in Utrecht, of samen naar onze lievelingstante in Rozendaal. Een paar jaar terug was ik te gast voor het voorleesontbijt in boekhandel Adr. Heinen en kreeg ik het boekje weer cadeau wat er destijds van de tien winnende opstellen is gedrukt.
Kom erbij gaat over vriendschap en over niemand buitensluiten, over ruimte maken in je hoofd voor anderen
Het voelt alsof de cirkel rond is, nu ik op mijn bureau naar de tourneelijst met boekhandel- en bibliotheekbezoeken voor de Kinderboekenweek kijk. Het is perfect georganiseerd door De Schrijverscentrale en de CPNB. Het zijn dit jaar veel bezoeken, omdat ik de eer had om het Prentenboek van de Kinderboekenweek te maken. Het is een heerlijk vooruitzicht om weer door het hele land te reizen en overal kinderen voor te lezen en te vertellen over hoe dit verhaal is ontstaan. Stiekem hoop ik dan dat er bij die kinderen ook lichtjes in hun hoofd aan zullen gaan. Lichtjes waarvan ze niet wisten dat ze bestonden.
Het prentenboekverhaal dat ik schreef en tekende heet Kom erbij, ook het motto van de Kinderboekenweek. Sterker nog, ik bedacht het verhaal vlak na het horen van die zin. Het gaat over vriendschap en over niemand buitensluiten, over ruimte maken in je hoofd voor anderen. Of zoals de kleine prins uit het beroemde verhaal van Saint-Exupéry het zou zeggen, tevens het motto van mijn prentenboek: ‘Je moet kijken met je hart.’
Milja Praagman boeken voor een bezoek? Neem contact op met de afdeling jeugd.
Lees meer over Milja Praagman.