De Schrijverscentrale heeft samen met 17 andere organisaties uit het veld van onderwijs, cultuur en jeugdgezondheid op 13 oktober een manifest voor beter leesbeleid aangeboden aan ministers Slob en Van Engelshoven. De organisaties, onder aanvoering van de Leescoalitie, constateren dat het niet goed gaat met lezen in Nederland. Daarom is het tijd samen een actief en inclusief leesbeleid op te zetten, waarin leesplezier een essentiële rol vervult.
Manifest
Een goede leesvaardigheid is een basisbehoefte voor iedereen en er zijn forse investeringen en daadkracht nodig om iedereen in Nederland gelijke kansen te bieden. Dat is de kern van het manifest dat is aangeboden aan ministers Slob en Van Engelshoven, samen met twee symbolische noodklokken. Minister Van Engelshoven noemde het geweldig om te zien dat er het afgelopen jaar zoveel gebeurd is en de samenwerking wordt opgezocht om betere leesvaardigheid en meer leesplezier te creëren. 'We nemen dit onderwerp heel serieus, en we gaan hier graag verder over in gesprek.'
Het manifest stelt dat er talloze initiatieven in Nederland zijn om het lezen te bevorderen, het ontbreekt niet aan goede bedoelingen. Wat echter ontbreekt is een overkoepelende visie en prioritering van doelen, en een gevoel van urgentie. Er moet meer samenhang komen in het leesbeleid, met meer samenwerking bij de overheid en in het veld, tussen de partijen uit het onderwijs, de jeugdgezondheids- en leesbevorderingsorganisaties.
Doelen van het Leesoffensief
De Leescoalitie neemt het initiatief tot brede samenwerking vanuit het veld, door een gezamenlijk opgesteld manifest te publiceren. In het manifest wordt een visie op de toekomst gepresenteerd. Die beslaat drie stevige doelen:
Lees het volledige manifest met daarin alle ambities en doelen op www.tijdvooreenleesoffensief.nl.
Het manifest is ingediend door Stichting Lezen, Stichting CPNB, Stichting Lezen en Schrijven, Literatuurmuseum/Kinderboekenmuseum, de Koninklijke Bibliotheek, de Vereniging van Openbare Bibliotheken, het Nederlands Letterenfonds, de PO-Raad, de VO-Raad, de Taalunie, De Schrijverscentrale, De Schoolschrijver, KNAW, SLO, Ouders & Onderwijs, LAKS, het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid en de SER.