Frans Blom

Frans Blom is neerlandicus en classicus, doceert aan de Universiteit van Amsterdam, en schrijft over Nederlandse literatuur en geschiedenis voor breed publiek. Onlangs verscheen van zijn hand het rijke en veelgeprezen boek Podium van Europa (Querido, 2021). Het vertelt in literaire non-fictie over de eerste echte uitgaansgelegenheid in Amsterdam, de Schouwburg aan de Keizersgracht. De lezer komt er terecht in het kleurrijke leven van directeuren, toneelschrijvers en acteurs, krijgt een kijkje voor en achter de schermen, en ervaart de controversiële en zwaarbevochten introductie van de eerste vrouwelijke spelers op het publieke podium. Blom kijkt en luistert naar het publiek bij opvoeringen van groot drama als Vondels Gysbreght van Aemstel maar ook tijdens de scabreuze kluchten. Hij heeft oog voor de canon en laat tegelijk zien hoe  het stadstheater met grote creativiteit nieuwe ideeën en modes uit Italië, Engeland, Spanje en Frankrijk naar het Nederlandse publiek heeft gebracht. Podium van Europa is het zeventiende-eeuwse maar tijdloze verhaal over ondernemen met cultuur.

Blom heeft ook iets met Constantijn Huygens, de uomo universale van de Nederlandse zeventiende eeuw. Samen met Ilja Leonard Pfeijffer maakte hij Stemmen van Den Haag (Prometheus, 2013), een luidruchtige bundel van Huygens' sprekende poëzie op de straten en gebouwen van zijn geliefde woonplaats. In het Torentje ontbreken de Stemmen niet op het boekenplankje van de minister-president. In Mijn leven verteld aan mijn kinderen (Prometheus, 2003) laat hij de dichter zelf aan het woord om zijn levensverhaal te doen, en dat in het Latijn, en daarbij biedt Blom de lezer een vlotte vertaling en cultuurhistorische verdieping. In Journaal van de reis naar Venetië (Prometheus, 2003) volgt hij Huygens letterlijk op de voet naar Italië, niet alleen door mooie steden maar ook over de desolate Alpenpassen waar de dichter in sneeuw en eenzaamheid een visioen kreeg van de overwintering op Nova Zembla.

Blom is bepaald geen studeerkamergeleerde. Zijn grote passie is de internationale wereld van de zeventiende eeuw. Samen met voormalig diplomaat in Bosnië, Peter Bas-Backer, maakte hij het boek Op reis voor vrede (Walburg Pers, 2014) over de allereerste buitenlandse vredesmissie uit naam van de Nederlandse staat. Het is het ooggetuigeverslag van een tocht vol ontbering en gevaar door de eindeloze leegte van bevroren Rusland, om op de frontlinie de strijdende partijen van de Russische tsaar en de Zweedse kroon aan tafel te krijgen en een staakt-het-vuren te bereiken. Dat alles voor de vrede, en niet te vergeten de Nederlandse handelsbelangen. Voor het onderzoek reisde Blom de reis voor vrede helemaal na, en sindsdien werkt hij aan een boek dat ook het spoor zoekt van andere zeventiende-eeuwse Nederlanders in Rusland, reizend van Archangelsk naar Moskou of langs de Wolga naar Astrakan.

Blom werkt momenteel ook aan een boek over de Joodse dichter en schrijver Emile Pimentel, in het bijzonder over zijn gedichten, brieven en dagboeken ten tijde van de gedwongen internering op Cyprus (1947-48). Vertrokken uit Amsterdam wachtte Pimentel er met twintigduizend Holocaust-overlevenden uit heel Europa twee jaar lang in kampen achter dubbele hekken van prikkeldraad voordat zij werden toegelaten tot het Beloofde Land.