Daniel Dee

Daniël Dee (1975) verwierf bekendheid met zijn debuutbundel 3D – schetsjes van onvermogen (uitgeverij Passage, Groningen) en als samensteller van de bloemlezingen Vanuit de lucht, Meesterwerk, Ik proef iets wat bedorven is (samen met Alexis de Roode en Benne van der Velde), Kutgedichten en Klotengedichten (de laatste twee samen met Tsead Bruinja). Zijn gedichten verschenen in diverse tijdschriften (o.a.: Passionate en Het liegend konijn) en meerdere bloemlezingen (o.a.: 'De Dikke Komrij' en 'De dikke Pfeijffer'). Hij droeg zijn gedichten voor in Nederland, België, Duitsland en Engeland, onder andere op festivals als de Wintertuin en Lowlands. Dee geeft veelvuldig workshops. Zijn tweede bundel Vierendeel (Uitgeverij De Geus, Breda) werd door het dichterspanel van de poëzieclub verkozen tot Poëzieclubkeuze zomer 2005. Zijn vierde bundel Monsterproof is door het tijdschrift Knack uitgeroepen tot beste bundel van 2010. Met de verschijning van de verhalenbundel Vrouwen en ik eerst in 2012 zette Dee zijn eerste stappen als prozaïst.

Daniël Dee was samen met Petra Else Jekel in 2000 de eerste huisdichter op de Rijksuniversiteit Groningen. In de periode 2013-2014 was Daniël Dee de stadsdichter van Rotterdam.