Maarten Asscher

Met zijn autobiografische familieroman Een huis in Engeland. Roman van een kleinzoon (De Bezige Bij, februari 2020) brengt Maarten Asscher (1957) diverse thema's uit zijn eerdere werk bijeen: familiegeschiedenis, de Tweede Wereldoorlog, zijn liefde voor Engeland, dingenliefde en de rijkdommen van het autobiografische geheugen. Asschers eerste roman, Het uur en de dag (2005), was binnen één jaar al aan vijf herdrukken toe. Asscher is opgeleid als auteursrechtjurist, maar koos voor een loopbaan in de culturele wereld. Voordat hij zich begin 2018 fulltime aan het schrijven wijdde, was hij uitgever (Meulenhoff), directeur Kunsten bij het ministerie van OCW en onafhankelijk literair en academisch boekverkoper (Athenaeum Boekhandel). In 2015 promoveerde hij in Leiden op een onderzoek naar gevangenschap als literaire ervaring (Het uur der waarheid, 2015). In 2019 ontving hij de vijfjaarlijkse J.H. Donnerprijs vanwege zijn bijzondere verdiensten voor het Nederlandse boekenvak. Afgezien van de beide genoemde romans publiceerde hij sinds 1992 verhalen, essays, columns, poëzie en non-fictie. Zijn werk is o.a. verschenen in Duits en in het Engels. Onder zijn favoriete schrijvers rekent hij Oscar Wilde, Fernando Pessoa, Catherine Pozzi, Paul Valéry, Elias Canetti, Madame de Staël, Primo Levi, Rudy Kousbroek en Albrecht Haushofer, die hij in de loop der jaren eer heeft bewezen in de vorm van lezingen, vertalingen en/of boekbesprekingen. Maarten Asscher is getrouwd en heeft drie volwassen dochters.